Amsterdam 20 maart 2013. - In 2011 waarschuwde het Internationaal Energie Agentschap in Parijs voor de te sterke toename van de uitstoot van CO2. Kort geleden verklaarde Peter Voser, CEO van Shell, hetzelfde. De stijgende CO2-uitstoot bedreigt toekomstige generaties. Om de uitstoot van CO2 in het wegverkeer te beperken, beïnvloedt de overheid de verkoop van auto’s in ons land. Zuiniger auto’s worden fiscaal ontzien, waardoor de kosten van bezit en gebruik dalen.
Succesvol beleid?
Om de uitstoot van CO2 te beperken, wil de overheid de verbreiding van de elektrische auto stimuleren. Het gunstige fiscale stelsel leidt tot derving van belastingen. Het beoogde resultaat, minder CO2-uitstoot, is tot nu toe beperkt. Want de verkoop van elektrische auto’s stelt nog niet veel voor en of en wanneer deze auto’s onder normale marktomstandigheden kunnen concurreren is een vraag. Daarnaast wordt er (te) weinig duurzame stroom opgewekt, wordt groene stroom op papier ingekocht en verbranden energiecentrales in toenemende mate steenkolen. De stroom die de elektrische auto gebruikt is minder schoon dan gewenst.
De verkoop van schone (benzine- en diesel-) auto’s wordt eveneens via het fiscale stelsel gestimuleerd. Hoe zuiniger, des te lager de kosten in aanschaf en gebruik. Ook dit beleid wordt door omstandigheden geschaad. Auto’s die op papier schoon en zuinig lijken, blijken in de praktijk heel wat meer brandstof te gebruiken. De automobielindustrie manipuleert de totstandkoming van officiële gebruikscijfers. Het milieu, de consument en de overheid zijn daarvan de dupe. De consument is meer kwijt aan brandstofkosten en de overheid treft gunstige fiscale regelingen voor auto’s die dat niet ‘verdienen’. Daarnaast zijn gevolgen door het rebound effect onduidelijk.
Ook de overheid kan de hand in eigen boezem steken. Want door de maximumsnelheid te verhogen, wordt meer brandstof verbruikt. Dat leidt tot een hogere uitstoot van CO2. Om die hogere uitstoot teniet te doen, moet de overheid heel wat elektrische auto’s aan de man zien te brengen. Het overheidsbeleid is zodoende inconsequent. Dat blijkt ook op andere terreinen.
Maak LPG aantrekkelijker
Terwijl de overheid zegt te willen streven naar vermindering van de CO2-uitstoot, laat zij een belangrijk middel onbenut. Het is merkwaardig dat de overheid het rijden op LPG niet stimuleert. Dit blijft fiscaal onaantrekkelijk. Men moet jaarlijks heel wat kilometers rijden, voordat het rijden op LPG economischer is dan het rijden op benzine. En dat terwijl de automobilist op LPG gegarandeerd vanaf de eerste kilometer en bij elke snelheid minder CO2 uitstoot dan degene die met eenzelfde auto op benzine rijdt. Een auto die op LPG rijdt, stoot 10 tot 15 procent minder CO2 uit. Dat resultaat kan niet gemanipuleerd worden of op papier worden ingekocht. Stimulering van LPG heeft meer voordelen. Er hoeft geen nieuw distributienetwerk te worden opgebouwd en de inbouw van gasinstallaties komt de werkgelegenheid in eigen land ten goede. Hoewel LPG een schonere brandstof is en dus meer getankt zou moeten worden, neemt de afzet van LPG af. De overheid zou beleid kunnen ontwikkelen, waardoor rijden op LPG aantrekkelijker / rijden op benzine duurder wordt. Wanneer het omslagpunt eerder wordt bereikt, is er veel op de uitstoot van CO2 te besparen. Dus wat let de overheid: wees efficiënt en geef gas.
Bron: Telegraaf.nl