Bedankt voor uw keuze om uw auto te laten voorzien van een geavanceerd Prins VSI LPG-systeem. Dit LPG-systeem voldoet aan strenge wettelijke eisen met betrekking tot veiligheid en milieu.
Wij adviseren u, alvorens u gaat rijden op LPG, deze servicepagina goed door te nemen. Het maakt u vertrouwd met de voor u noodzakelijke wetenswaardigheden over uw Prins VSI LPG-systeem.
Op deze servicepagina kunt u nalezen hoe om te gaan met uw autogassysteem. Daarnaast wordt u attent gemaakt op belangrijke adressen die u kunt raadplegen in geval van vragen of problemen.
Wij wensen u veel rijplezier.
Ga direct naar: algemene tips, het Prins LPG-systeem of scroll naar beneden voor informatie over de brandstofkeuzeschakelaar, LPG tanken, het brandstofverbruik, de veiligheidsaspecten, het onderhoud, storingen, algemene richtlijnen, het aanvullend ValveCare systeem en de garantievoorwaarden.
Algemene tips bij het rijden op LPG (autogas)
1. Voorkom dat uw benzinetank leeg of bijna leeg raakt, omdat uw autogassysteem op benzine start. Ook wordt zo het drooglopen van de benzinepomp voorkomen, dat tot schade kan leiden aan de benzinepomp. De benzine in uw tank mag niet ouder zijn dan 3 maanden i.v.m. de maximale houdbaarheid.
2. Ruikt u een gaslucht in of rond uw auto, schakel dan direct over op benzine en laat uw auto zo snel mogelijk controleren bij de dichtstbijzijnde LPG-specialist.
3. Voor een gegarandeerde levensduur en probleemloos rijden op LPG, dient u zich aan de voorgeschreven onderhoudsvoorschriften te houden. Wij adviseren om iedere 25.000km of iedere twee jaar een onderhoudscheck te laten uitvoeren bij een officiële Prins LPG-installateur. De items van deze onderhoudscheck vindt u in de tabel beneden op deze pagina.
4. Na installatie van uw Prins systeem, dient u van uw installateur een garantiecertificaat [warranty certificate] te ontvangen. Op dit garantiecertificaat staan alle voertuig- en systeemgegevens vermeld. Uw garantietermijn vangt aan op datum van installatie.
5. Het is algemeen toegestaan om met LPG-auto’s in ondergrondse garages te rijden/parkeren. Alleen in sommige parkeergarages zijn beperkingen door de eigenaar van de parkeergarage opgelegd. De eigenaar van de parkeergarage kan dit doen door middel van signaleringsborden. De garagehouder is vrij om dit op te nemen in het huisregelement en dit dient dan te worden gerespecteerd.
AUTOGAS
Autogas of LPG (Liquified Petroleum Gas) bestaat net als benzine en diesel uit koolwaterstofverbindingen. De hoofdbestanddelen van LPG zijn Propaan en Butaan. Zowel bij de winning van aardolie en aardgas als bij de raffinage van ruwe aardolie komen grote hoeveelheden petroleumgassen vrij. Door deze petroleumgassen te comprimeren wordt het gas vloeibaar en ontstaat LPG. LPG is een schone brandstof in vergelijking met benzine en diesel. Het gebruik van LPG als motorbrandstof draagt dan ook bij aan een betere luchtkwaliteit. LPG is een reukloos gas waaraan een reukstof is toegevoegd waardoor een eventuele lekkage goed opgemerkt kan worden.
Het Prins VSI LPG-systeem
VSI staat voor Vapour Sequential Injection. Het VSI LPG-systeem is gebaseerd op het dampvormig injecteren van LPG. Het dampvormig LPG wordt sequentieel ingespoten. Sequentieel betekent dat de LPG injectoren het LPG inspuiten in een volgorde die gelijk is aan de inspuitvolgorde van het benzine-injectiesysteeem. Sequentieel injecteren betekent ook dat de hoeveelheid ingespoten brandstof getimed en gedoseerd wordt per cilinder. Door sequentieel injecteren is het mogelijk om zeer nauwkeurig de te injecteren brandstof te doseren, waarmee voldaan wordt aan de huidige strenge emissie-eisen. Het VSI LPG-systeem kenmerkt zich door ver doorgevoerde integratie van het LPG-systeem in het benzine motormanagement systeem waardoor een zeer hoge betrouwbaarheid gegarandeerd wordt.
U zult met het Prins VSI LPG-systeem geen verschil ervaren in rijeigenschappen tussen rijden op autogas en rijden op benzine.
Hieronder ziet u de verschillende componenten die samen ons VSI systeem vormen. De hoofdcomponenten zijn van OEM-kwaliteit en speciaal ontwikkeld voor LPG- en CNG-installaties. Deze voldoen aan de strengste regelgeving en certificering.
*Uw VSI systeem zou met enkele aanpassingen kunnen verschillen van dit schema.
LPG-tank
De autogastank wordt op de plaats van het reservewiel, in de kofferruimte of onder de auto geplaatst.
In de autogastank wordt het LPG onder druk, vloeibaar opgeslagen. De autogastank is voorzien van een appendagekast waarin diverse veiligheidsappendages zijn aangebracht.
Buitenvuller
De buitenvuller wordt gemonteerd aan de buitenzijde van de auto. De buitenvuller is voorzien van een beschermkap. Deze beschermkap moet tijdens het tanken worden verwijderd. In de buitenvuller zit een terugslagklep die ervoor zorgt dat het LPG na het tanken niet terugstroomt.
LPG afsluiters
Er is een afsluiter gemonteerd op de tank. Bij het terugschakelen naar benzine-bedrijf, stopzetten/afslaan van de motor en storing wordt de toevoer van LPG automatisch afgesloten.
Tankzender
De tankzender is gemonteerd in de LPG tank. De tankzender is een elektrische opnemer die het vloeistofniveau in de tank registreert.
De AFC-3.0 DI computer is gemonteerd in de motorruimte. Deze computer is het hart van de LPG-installatie. De AFC-3.0 DI zorgt voor de verwerking van alle inkomende signalen en de aansturing van alle actuatoren.
De brandstofkeuzeschakelaar is op het dashboard of op het middenconsole geplaatst. Met de brandstofkeuzeschakelaar kunt u het VSI systeem bedienen.
eVP-500 verdamper en drukregelaar
De elektronisch aangestuurde eVP-500 verdamper is gemonteerd in de motorruimte. De eVP-500 zorgt er voor dat het vloeibaar gas uit de tank wordt verdampt. Tevens regelt het de druk af op variabele werkdruk.
Temperatuursensor
De temperatuursensor is geplaatst in de verdamper en meet de temperatuur van koelvloeistof in de verdamper. Aan de hand van deze temperatuur wordt het overschakel-moment bepaald.
Actuator + filter
Dit onderdeel heeft 3 verschillende functies:
1) Het regelt de dynamische LPG druk in het systeem elektronisch af.
2) Het sluit de toevoer van LPG automatisch af bij het terugschakelen naar benzine-bedrijf, stopzetten/afslaan van de motor en in geval van een storing.
3) Gelijktijdig wordt het LPG gefilterd.
Filter unit
De filterunit is geplaatst tussen de verdamper/drukregelaar en de injector rail. De filterunit filtert het droog gas en beschermt zo de injectoren tegen vervuiling.
Gecombineerde druk/temperatuursensor
De gecombineerde druk/temperatuursensor is in de filterunit opgenomen. Deze sensor meet de druk en de temperatuur van het gas.
Injectoren
De injector rail wordt zo dicht mogelijk bij het inlaatspruitstuk gemonteerd. In de injector rail zitten de injectoren die het dampvormige gas sequentieel injecteren.
Zekeringen
De zekeringen worden in de motorruimte geplaatst. De zekeringen beschermen het elektrische circuit tegen overbelasting.
Informatie per onderwerp
Starten
De motor start altijd op benzine. Afhankelijk van de motortemperatuur en na het uitvoeren van de systeemcontrole, zal er automatisch worden overgeschakeld naar LPG.
Brandstofkeuzeschakelaar
De brandstofkeuzeschakelaar heeft 2 keuzestanden:
1. Benzine-modus: Status LED (Prins logo) brandt niet.
2. LPG-modus: Status LED (Prins logo) brandt wel.
De lichtsterkte van de LED´s is daglicht afhankelijk!
Overschakelen van benzine naar LPG en omgekeerd
U kunt tijdens het rijden altijd schakelen tussen de beide brandstoffen door de brandstofkeuzeschakelaar in te drukken. Nadat er op de schakelaar is gedrukt zal de overschakelprocedure worden gestart.
Benzine >> LPG: De status LED knippert. Op het moment dat er daadwerkelijk overgeschakeld is zal de status LED continu branden.
LPG >> benzine: De status LED zal uit gaan zodra er overgeschakeld is naar benzine.
LPG tankinhoudindicatie
Een indicatie van de tankinhoud, wordt weergegeven met behulp van vijf tank indicatie LED’s. Afhankelijk van het type tanksensor wordt de tankindicatie in 5 of 6 stappen weergegeven. Als de rode LED gaat branden zijn de laatste liters LPG die men nog kan gebruiken aangebroken. Dit betekent niet dat de tank leeg is, maar dat er afhankelijk van de in uw auto geplaatste grootte en vorm van de LPG tank nog enkele liters LPG aanwezig zijn. Door het meetprincipe van het systeem dat de tankinhoud meet, kan deze meting niet nauwkeuriger en blijft het een indicatieve tankinhoudsmeting. Ervaring moet uitwijzen hoelang u nog kunt rijden als de rode LED gaat branden.
Lege tank situatie
Tijdens een lege tank situatie schakelt het VSI systeem automatisch terug naar benzine modus, status LED knippert, beeper piept 3x. Door op de keuzeschakelaar te drukken wordt er teruggeschakeld naar benzine-modus en zal de status LED uitgaan en de rode tankindicatie LED blijven branden. Op het moment dat de tank weer vol getankt is kan er weer teruggeschakeld worden naar LPG-modus.
Diagnose
Voor diagnose doeleinden zijn een diagnose/systeem check LED en een pieper in de schakelaar geïntegreerd. De volgende foutmeldingen kunnen zich voordoen:
1. Niet-kritische systeemfout: Diagnose LED knippert.
Diagnose: Er is een storing opgetreden aan uw autogassysteem. Rijden op LPG blijft verantwoord ook uit milieutechnisch oogpunt. Het rijcomfort kan verminderen.
Actie: Raadpleeg uw Prins dealer.
2. Kritische systeemfout: Systeem schakelt automatisch terug naar benzine-bedrijf, beeper geactiveerd, Status led knippert diagnose LED is aan.
Diagnose: Er is een storing opgetreden aan uw autogassysteem. Het rijden op LPG is niet verantwoord. Daarom wordt automatisch overgeschakeld naar benzine.
Actie: Beeper uitzetten door de brandstofkeuzeschakelaar in te drukken.
Raadpleeg uw Prins dealer.
Het vullen van de LPG tank:
Stap 1. Motor uitzetten!
Stap 2. De stofdop afnemen van de buitenvuller.
Stap 3. Er bestaan verschillende vullers. Welke vuller heeft u?
Bajonet vuller: vulpistool over buitenvuller plaatsen en een kwartslag naar rechts of links draaien. Vergrendelingshendel van het vulpistool geheel aantrekken.
ACME (Euro) vuller: moer van vulpistool op buitenvuller draaien. Vergrendelingshendel op vulpistool indrukken.
Schotel (Italië) vuller: vulpistool in buitenvuller plaatsen. Vergrendelingshendel op vulpistool indrukken.
Euro nozzle vuller: vulpistool in buitenvuller plaatsen. Vergrendelingshendel op vulpistool indrukken.
Stap 4. De knop van de LPG pomp indrukken. Als na een tijdje de pomp stopt is het maximum tankniveau van 80% tankvulling bereikt. Door de knop los te laten stopt het vullen.
Stap 5. Maak nu de vergrendelingshendel los (er kan wat LPG vrijkomen) en verwijder het vulpistool.
Stap 6. De stofdop terugplaatsen omdat er anders vuil, water, zand en stof in de vulopening en hierdoor in het systeem kan komen.
Let op: open vuur en roken is verboden tijdens het tanken. Ook dient de mobiele telefoon uitgeschakeld te worden.
We adviseren nadrukkelijk bij elke benzinetankvulling van ongeveer 30 liter benzine één flesje InjectorCare (200ml) toe te voegen in de benzinetank alvorens het vullen (ongeveer iedere 10.000 km). De handleiding van Prins InjectorCare kunt u hier downloaden.
Autogas heeft een lagere energiewaarde per volume-eenheid dan benzine. Hierdoor zal het brandstofverbruik tijdens het rijden op autogas afhankelijk van de samenstelling van het autogas 15-25% hoger zijn dan u gewend bent op benzine.
Direct Injectie motoren op LPG
Indien uw auto voorzien is van een VSI-DI systeem dient u er rekening mee te houden dat er altijd een gering benzineverbruik is tijdens het rijden op LPG.
Demontage van componenten/systeem
Demonteer nooit componenten van het autogassysteem. Het systeem staat onder druk en bevat vloeibaar gas. Bij demontage loopt u het risico op brandwonden. Laat het systeem uitsluitend uitbouwen door een erkend Prins dealer.
Gaslekkage
Als u autogas ruikt schakel direct over op benzine en neem contact op met een erkende Prins dealer.
Brand
Verlaat de auto in geval van brand en houd voldoende afstand. De autogastank is voorzien van een veiligheidsklep die het LPG pulserend afblaast zodra de druk in de LPG tank te hoog wordt. Op deze manier is het onmogelijk dat de tank explodeert. Informeer de hulpverleners dat u een autogassysteem in de auto heeft.
Bij rijden op LPG is het onderhoud aan uw auto zeker zo belangrijk als bij het rijden op benzine. Omdat LPG als brandstof andere karaktereigenschappen heeft dan benzine, kunnen kleine gebreken of storingen aan een automotor, die bij het rijden op benzine nauwelijks merkbaar zijn, zich bij het rijden op LPG hinderlijk openbaren.
Om probleemloos op LPG te rijden, dient u zich aan de volgende onderhoudsvoorschriften en tips te houden:
• Houdt service en het onderhoud van uw VSI LPG-systeem bij op het hard-copy geleverde blad dat u direct na inbouw van het LPG-systeem heeft ontvangen van uw LPG-dealer.
• Het algemene onderhoud aan een auto met betrekking tot bougies, bougiekabels, ontsteking, kleppen, etc. dient volgens voorschrift van de automobielimporteur te gebeuren.
• Het onderhoud moet vervolgens aantoonbaar zijn (door middel van een volledig ingevuld onderhoudsboekje) volgens opgave van de importeur.
• Het onderhoud moet bij een door de importeur aangewezen dealer worden uitgevoerd.
• Afstellingen en reparaties aan uw Prins VSI LPG-systeem mogen alleen door een erkend Prins dealer worden uitgevoerd.
Wij adviseren om iedere 25.000km of iedere twee jaar een onderhoudscheck te laten uitvoeren bij een officiële Prins LPG-installateur. De items van deze onderhoudscheck vindt u in de tabel hieronder:
Indien uw auto niet op LPG functioneert, volg dan onderstaande checklist.
• Is de LPG tank voldoende gevuld?
• Is voldoende benzine aanwezig t.b.v. het benzine startsysteem?
• Is er een zekering in het LPG systeem defect (altijd te vinden bij de LPG computer)?
Plaats nooit een grotere zekering dan aangegeven op de draad van de zekering, dit kan schade aan het systeem veroorzaken! Kunt u de storing niet oplossen, neem dan contact op met uw Prins dealer. Ga nooit zelf repareren of nastellen, maar laat dat door een erkend Prins dealer doen. Anders komt de garantie op uw Prins VSI LPG-systeem in gevaar.
Diagnose brandstofschakelaar
Voor diagnose doeleinden zijn een diagnose/systeem check LED en een pieper in de schakelaar geïntegreerd. De volgende foutmeldingen kunnen zich voordoen:
1. Niet-kritische systeemfout: Diagnose LED knippert.
Diagnose: Er is een storing opgetreden aan uw autogassysteem. Rijden op LPG blijft verantwoord ook uit milieutechnisch oogpunt. Het rijcomfort kan verminderen.
Actie: Raadpleeg uw Prins dealer.
2. Kritische systeemfout: Systeem schakelt automatisch terug naar benzine-bedrijf, beeper geactiveerd, Status led knippert diagnose LED is aan.
Diagnose: Er is een storing opgetreden aan uw autogassysteem. Het rijden op LPG is niet verantwoord. Daarom wordt automatisch overgeschakeld naar benzine.
Actie: Beeper uitzetten door de brandstofkeuzeschakelaar in te drukken.
Raadpleeg uw Prins dealer.
Algemene richtlijn voor schadeherstelwerkzaamheden in een spuit/droogcabine
In geval van schadeherstelwerkzaamheden aan een auto, voorzien van een LPG tank, en de auto in een spuit/droogcabine wordt geplaatst met een droogtemperatuur hoger dan 60°C, dient de LPG tank te worden uitgebouwd. Dit in verband met het niet overschrijden van de openingsdruk van het overdruk-veiligheidsventiel.
Algemene richtlijn voor autodemontage van LPG-voertuig
In geval van autodemontage (sloop) van een voertuig, voorzien van een LPG systeem, dient men de LPG tank inclusief het leidingwerk in acht te nemen vanwege de nog mogelijk aanwezige druk in deze delen.
Ook dient de LPG tank gedemonteerd te zijn voordat het voertuig geplet wordt.
Algemene richtlijn voor extreme temperaturen
Extreme temperaturen in combinatie met de samenstelling van de brandstof kan de werking van het systeem beïnvloeden. Het is mogelijk dat het langere tijd in beslag neemt voordat het systeem omschakelt van benzine naar gas. In extreme situaties kan het mogelijk zijn dat het systeem terugschakelt naar benzine omdat niet aan de minimale eisen voldaan wordt voor het goed functioneren van het systeem.
LPG brandstofkwaliteit
De LPG brandstof dient aan de minimale DIN EN 589 norm te voldoen. Alle garantiebepalingen vervallen bij het gebruik van een andere brandstofkwaliteit.
ValveCare-DI
Algemeen
Het ValveCare-DI systeem is een volledig elektronisch en sequentieel gestuurd additief dosering systeem wat zowel geschikt is voor direct injectie motoren als multipoint injectiemotoren. In combinatie met het effectieve Prins additief zorgt dit systeem voor een schonere verbrandingsruimte in de motor en voorkomt overmatige slijtage van kleppen en klepzittingen.
Diagnose
Eén fles ValveCare-DI (1L) is geschikt voor ong. 1.000 liter LPG. Het additief-reservoir is geïnstalleerd onder uw motorkap en mag te allen tijde bijgevuld worden. Het additief-reservoir heeft een niveausensor waardoor het VSI-(DI) LPG-systeem weet wanneer het additief op is. Een blauw, knipperend uitroepteken verschijnt op de Prins brandstofkeuze schakelaar. Op dat moment kan uw auto nog 4 uur op LPG rijden. Na 4 uur (zonder bijvullen) wordt het uitroepteken constant blauw en loopt de auto alleen nog op benzine. Zodra de vloeistof wordt bijgevuld zal het blauwe uitroepteken doven en kunt u weer onbezorgd op LPG rijden.
Wat moet u weten:
• Eén fles ValveCare-DI (1L) is geschikt voor ong. 1.000 liter LPG.
• Gebruik of mix geen enkel ander additief met het originele blauwe ValveCare-DI additief. Indien andere additieven worden gebruikt kan Prins een juiste werking niet meer garanderen en vervalt de garantie.
• Voor meer informatie neem contact op met je officiële Prins dealer. gecertificeerde Prins dealers.
Een gedeelte uit de Algemene Voorwaarden Prins Autogassystemen B.V. Deze algemene voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Eindhoven op 3 januari 2011 onder nummer 17058344.
Garantie
14.1 Prins staat er voor in dat de door Prins geleverde Producten van deugdelijk materiaal en goed vakmanschap zijn vervaardigd. Mochten zich niettemin gebreken voordoen in de door Prins geleverde Producten als gevolg van fabricage en/of materiaalfouten, dan zal Prins, na onderzoek overeenkomstig artikel 14.3, deze gebreken, binnen de door haar aan te geven termijn, (doen) herstellen of de voor herstel benodigde onderdelen beschikbaar (doen) stellen, de betrokken Producten geheel of gedeeltelijk vervangen of maximaal de factuurwaarde van de Producten vergoeden, een en ander te haren uitsluitende keuze. Deze garantie geldt gedurende vierentwintig (24) maanden na uitlevering.
14.2 Indien het geleverde Product een compleet autogassysteem behelst dan dient dit te zijn ingebouwd door Prins dan wel een door Prins erkende dealer, volgens de standaard inbouwvoorschriften, de wettelijke eisen en, in het geval dat het systeem online geregistreerd (garantieportaal) is binnen 30 dagen, bedraagt de in artikel 14.1 genoemde garantietermijn zesendertig (36) maanden bij het in gebruik nemen van het systeem, behoudens schriftelijke afwijkingen. In het geval dat geen online registratie (garantieportaal) is uitgevoerd, zal de garantietermijn van vierentwintig (24) maanden aanvangen op de datum van uitleveren.
14.3 Afnemer is verplicht om een door Prins aan te wijzen deskundige op verzoek van Prins in de gelegenheid te stellen het gebrekkige Product te onderzoeken, bij gebreke waarvan het recht op garantie vervalt. De uitspraak van de deskundige is voor beide partijen bindend. De kosten van voormelde expertise zijn voor rekening van Prins indien Afnemer terecht een beroep op de garantie heeft gedaan, anders voor rekening van Afnemer.
14.4 Aanspraken ingevolge deze garantie dienen aan Prins binnen acht dagen nadat een gebrek zich voordoet bij aangetekend schrijven te worden gemeld. Bij gebreke van tijdige reclame vervalt elke aanspraak. Rechtsvorderingen terzake, dienen binnen dertien (13) maanden na tijdige reclame op straffe van verval aanhangig te worden gemaakt.
14.5 Indien Prins op verzoek van Afnemer de Producten bij Afnemer dient te herstellen, is Prins bevoegd de gemaakte kosten, waaronder mede begrepen reiskosten, logies, voeding, aan Afnemer in rekening te brengen
14.6 Buiten de garantie vallen in ieder geval gebreken die optreden in, dan wel geheel of gedeeltelijk het gevolg zijn van:
(a) het niet in acht nemen van gebruiksaanwijzingen, bedieningsvoorschriften e.d. dan wel door ander dan het voorziene normale gebruik;
(b) normale slijtage;
(c) wijziging van gegevens op de garantiekaart;
(d) wijziging in gegevens op de van overheidswege vereiste stickers die door Prins zijn verstrekt;
(e) montage/installatie, reparatie of afstelling door derden, althans een niet door Prins erkende dealer c.q. Afnemer, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Prins;
(f ) de toepassing van enig overheidsvoorschrift inzake de aard of kwaliteit van toegepaste materialen;
(g) materialen die door Afnemer aan Prins ter bewerking of uitvoering van een opdracht zijn verstrekt, tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen;
(h) in overleg met Afnemer aangewende materialen en/of goederen;
(i) door Prins verstrekte adviezen, tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen;
(j) het verwerken door Afnemer van Producten, tenzij Prins een bepaalde wijze van verwerken uitdrukkelijk schriftelijk in haar documentatie brochures e.d. vermeldt dan wel zulks zonder enig voorbehoud schriftelijk heeft toegestaan;
(k) door invloeden van buitenaf, inbouwfouten;
(l) verkeerde of inferieure brandstof;
(m) het gebruik van een additief welke niet door Prins schriftelijk is goedgekeurd;
(n) aantoonbaar niet nakomen van het voorgehouden onderhoudsschema van autofabrikant, importeur en/of Prins.
14.7 Indien Afnemer niet, niet behoorlijk of niet tijdig voldoet aan enige verplichting, die voor hem uit de met Prins gesloten Overeenkomst of uit een daarmee samenhangende overeenkomst voortvloeit, is Prins met betrekking tot de Overeenkomst tot geen enkele garantie of schadevergoeding – hoe ook genaamd – gehouden.
14.8 Elke aanspraak uit hoofde van dit artikel komt te vervallen, indien Afnemer zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Prins overgaat of doet overgaan tot reparatie, demontage of andere werkzaamheden betreffende de Producten.
14.9 Indien Prins ter voldoening aan garantieverplichting onderdelen of Producten vervangt, worden de vervangen Producten of onderdelen haar eigendom. Prins is bevoegd de transportkosten van deze (onderdelen van de) Producten in rekening te brengen, tenzij Prins opdracht heeft gegeven voor het transport.
14.10 Tot enige andere verplichting, zoals schadevergoeding, onverminderd het bepaalde in artikel 15, zal Prins nimmer gehouden zijn.
Aansprakelijkheid
15.1 Prins is niet aansprakelijk voor de kosten, schaden en dergelijke die mochten ontstaan als direct of indirect gevolg van:
(a) overmacht, zoals in deze voorwaarden omschreven;
(b) daden van of het nalaten door de Afnemer, diens ondergeschikten, dan wel andere personen die door of vanwege hem te werk zijn gesteld;
(c) het van toepassing zijn van een van de in artikel 14.6 genoemde omstandigheden.
15.2 Prins is slechts aansprakelijk voorzover haar verzekering dit dekt, voor schade aan Producten of eigendommen van of (letsel)schade bij Afnemer en/of derden, voorzover ontstaan door opzet of grove schuld van Prins of zij, die door Prins te werk zijn gesteld, met als een maximum het door Prins verzekerde bedrag. Indien er in voorkomende gevallen geen verzekeringsdekking mocht blijken te bestaan, om welke reden dan ook, is de aansprakelijkheid
van Prins beperkt tot de factuurwaarde, exclusief BTW.
15.3 Prins is nimmer aansprakelijk voor enige indirecte schade van Afnemer of derde, waaronder mede begrepen gevolg-, immateriële, bedrijfs- of milieuschade.
15.4 Afnemer vrijwaart en stelt Prins schadeloos voor alle aanspraken van derden terzake de leveringen van Producten.