Bedankt voor uw keuze om uw auto te laten voorzien van een geavanceerd Prins DLM (Direct LiquiMax) LPG-systeem. Dit LPG-systeem voldoet aan strenge wettelijke eisen met betrekking tot veiligheid en milieu.
Wij adviseren u, alvorens u gaat rijden op LPG, deze servicepagina goed door te nemen. Het maakt u vertrouwd met de voor u noodzakelijke wetenswaardigheden over uw Prins DLM LPG-systeem.
Op deze servicepagina kunt u nalezen hoe om te gaan met uw autogassysteem. Daarnaast wordt u attent gemaakt op belangrijke adressen die u kunt raadplegen in geval van vragen of problemen.
Wij wensen u veel rijplezier.
Ga direct naar: algemene tips, het Prins DLM LPG-systeem of scroll naar beneden voor informatie over de brandstofkeuzeschakelaar, LPG tanken, het brandstofverbruik, de veiligheidsaspecten, het onderhoud, storingen en algemene richtlijnen.
Algemene tips bij het rijden op LPG (autogas)
1. Het Prins DLM LPG-systeem start direct op LPG. Wanneer de LPG tank leeg is schakelt het systeem automatisch over naar benzine. Nadat de LPG tank voor minimaal 40% gevuld is wordt er automatisch teruggeschakeld naar LPG.
2. Voor een gegarandeerde levensduur en probleemloos rijden op LPG dient u zich aan de voorgeschreven onderhoudsvoorschriften te houden. Wij adviseren om iedere 25.000km of iedere twee jaar een onderhoudscheck te laten uitvoeren bij een officiële Prins LPG-installateur. De items van deze onderhoudscheck vindt u in de tabel beneden op deze pagina.
3. Ruikt u een gaslucht in of rond uw auto, schakel dan direct over op benzine en laat uw auto zo snel mogelijk controleren bij de dichtstbijzijnde LPG-specialist.
4. Na installatie van uw Prins systeem, dient u van uw installateur een garantiecertificaat [warranty certificate] te ontvangen. Op dit garantiecertificaat staan alle voertuig- en systeemgegevens vermeld. Uw garantietermijn vangt aan op datum van installatie.
5. Het is algemeen toegestaan om met LPG-auto’s in ondergrondse garages te rijden/parkeren. Alleen in sommige parkeergarages zijn beperkingen door de eigenaar van de parkeergarage opgelegd. De eigenaar van de parkeergarage kan dit doen door middel van signaleringsborden. De garagehouder is vrij om dit op te nemen in het huisregelement en dit dient dan te worden gerespecteerd.
6. Om te voorkomen dat de benzine te oud wordt is het verstandig om af en toe ook op benzine te rijden. Prins adviseert om minstens twee keer per jaar de benzinetank (bijna) leeg te rijden en weer te vullen voor minimaal 25%. Als het benzineniveau te laag is veroudert de benzine sneller en is er een grotere kans dat de benzinepomp droogloopt en uiteindelijk kapot gaat.
AUTOGAS
Autogas of LPG (Liquified Petroleum Gas) bestaat net als benzine en diesel uit koolwaterstofverbindingen. De hoofdbestanddelen van LPG zijn Propaan en Butaan. Zowel bij de winning van aardolie en aardgas als bij de raffinage van ruwe aardolie komen grote hoeveelheden petroleumgassen vrij. Door deze petroleumgassen te comprimeren wordt het gas vloeibaar en ontstaat LPG. LPG is een schone brandstof in vergelijking met benzine en diesel. Het gebruik van LPG als motorbrandstof draagt dan ook bij aan een betere luchtkwaliteit. LPG is een reukloos gas waaraan een reukstof is toegevoegd waardoor een eventuele lekkage goed opgemerkt kan worden.
Het Prins DLM LPG-systeem
Het Prins Direct LiquiMax LPG systeem is ontwikkeld voor motoren met directe benzine injectie. Direct injectie betekent dat de brandstof onder hoge druk rechtstreeks in de cilinder wordt geïnjecteerd in plaats van voor de inlaatklep. Het Prins Direct LiquiMax LPG systeem maakt gebruik van de originele hogedruk brandstofpomp en injectoren die het vloeibare LPG onder hoge druk in de cilinder injecteren.
Directe injectie maakt een meer precieze injectie van de brandstof mogelijk en leidt daardoor tot een hogere motorefficiëntie en een tot wel 15% lagere CO2 uitstoot en zelfs 98% lagere fijnstof uitstoot. Het Prins Direct LiquiMax injectiesysteem is gelijkwaardig aan de originele benzine hogedruk technologie en maakt optimaal gebruik van de elektronica die al in het voertuig aanwezig is. Met het Prins Direct LiquiMax systeem ervaart u geen verschil tussen het rijden op LPG of benzine.
LPG tank met Fuelmodule
De LPG tank is meestal geplaatst op de plek van het reservewiel, in de kofferruimte of onder de auto. Het vloeibare LPG wordt onder druk opgeslagen in de tank. De tank is uitgerust met verschillende veiligheidsappendages en een elektrische pomp die samen de Fuelmodule vormen. De Fuelmodule zorgt er voor dat het vloeibare LPG circuleert en wordt getransporteerd naar de hoge druk pomp op de motor. Ongebruikte brandstof wordt via een retourleiding weer teruggevoerd naar de tank.
Tankafsluiter
De LPG tankafsluiter is op de tank gemonteerd. Het is een elektrische veiligheidsvoorziening die aangestuurd wordt door de computer (AFC). De tankafsluiter sluit de LPG toevoer naar de motor af bij het omschakelen naar benzine of indien er een kritische systeemfout gedetecteerd is.
Vuller
Het vulpunt is geplaatst aan de buitenkant van de auto of dichtbij het originele benzinevulpunt en is voorzien van een
verwijderbaar beschermkapje. Dit beschermkapje moet verwijderd worden voorafgaand aan het tanken. In de vuller zit een terugslagklep die er voor zorgt dat het LPG na het tanken niet terugstroomt.
De Prins AFC-2.x computer wordt gemonteerd in de motorruimte. Deze computer is het elektronische brein van het Prins Direct LiquiMax systeem. De hoofdfuncties zijn:
• Veiligheidscontrole
• Diagnose
• Brandstoftoevoercontrole
• Mengselvorming
De brandstofkeuzeschakelaar is op het dashboard of op het middenconsole geplaatst. Met de brandstofkeuzeschakelaar kunt u het Direct LiquiMax systeem bedienen. De schakelaar kan gebruikt worden om te schakelen tussen beide brandstoffen, maar ook om de systeemstatus uit te lezen, het brandstofniveau te controleren of de diagnostische status van het systeem te zien.
De brandstofmanagement unit is geplaatst in het motorcompartiment en zorgt dat tijdens het rijden op LPG een brandstofretour terug naar de LPG tank mogelijk is. Daarnaast maakt de FMU het mogelijk om te wisselen tussen de brandstoffen LPG en benzine. In de FMU is een vervangingsfilter opgenomen die tijdens systeemservice vervangen dient te worden.
Zekeringbox en relais
De zekeringen en relais zijn in de motorruimte geplaatst. De zekeringen beschermen het elektrische circuit tegen overbelasting. De zekeringbox bevat 3 zekeringen en 2 relais.
De boostpomp is ‘in lijn’ met de benzine brandstofleiding geplaatst. De boostpomp verhoogt de benzinedruk tijdens het
overschakelen en zorgt ervoor dat het LPG onder alle omstandigheden vloeibaar blijft en er probleemloos omgeschakeld kan worden.
Informatie per onderwerp
Starten
De motor start altijd op de laatst geselecteerde brandstof. Als LPG als brandstof geselecteerd is zal de motor direct starten op LPG. Als benzine is geselecteerd zal de motor starten op benzine.
Schakelen van benzine naar LPG en terug
Tijdens het rijden is het mogelijk om te schakelen tussen beide brandstoffen door op de brandstofkeuzeschakelaar te drukken. Wanneer de brandstofstatus LED (Prins logo) is verlicht, dan is LPG als brandstof geselecteerd. Wanneer de status LED uit is, is benzine geselecteerd.
LPG tankinhoudindicatie
De indicatie van de tankinhoud wordt weergegeven door vijf tankindicatie LED’s, iedere LED geeft 20% van de bruikbare 80% netto tankinhoud weer. Als de rode LED gaat branden zijn de laatste liters LPG aangebroken. Dit betekent niet dat de tank geheel leeg is, maar dat er afhankelijk van de in uw auto geplaatste grootte en vorm van de LPG tank nog enkele liters LPG aanwezig zijn. Door de eigenschappen van het systeem is het niet mogelijk de volledige tank leeg te rijden. Er blijven altijd een aantal liters LPG aanwezig in de tank.
Spoelen
Het Direct LiquiMax systeem zal via een retour op de hogedrukpomp LPG terugvoeren naar de LPG tank (spoelen). Na het uitschakelen van de motor kan het systeem LPG blijven spoelen. Dit betekent dat de brandstofpomp in de LPG tank en de elektrische afsluiter hoorbaar kunnen zijn gedurende maximaal drie uur na het uitschakelen van de motor.
De brandstofkeuzeschakelaar heeft twee keuzestanden:
1. Brandstofstatus LED (Prins logo) brandt niet: Benzine modus (auto rijdt op benzine).
2. Brandstofstatus LED (Prins logo) brandt wel: LPG modus (auto rijdt op LPG).
De lichtsterkte van de LED´s is variabel en daglicht afhankelijk!
NOODSTARTPROCEDURE
Als de motor niet wil starten is het mogelijk om de noodstartprocedure te gebruiken.
Start de noodstartprocedure door het contact van de auto in te schakelen maar niet te starten en daarna de brandstofkeuzeschakelaar voor minstens 5 seconden ingedrukt te houden. Zodra u de schakelaar los laat hoort u een aaneengesloten pieptoon. Als u nu de auto start zal het systeem geforceerd op benzine starten.
Overschakelen van benzine naar LPG en omgekeerd
U kunt tijdens het rijden altijd schakelen tussen de beide brandstoffen door de brandstofkeuzeschakelaar in te drukken. Nadat er op de schakelaar is gedrukt zal de overschakelprocedure worden gestart.
Benzine >> LPG: De status LED knippert. Op het moment dat er daadwerkelijk overgeschakeld is zal de status LED continu branden.
LPG >> benzine: De status LED zal uit gaan zodra er overgeschakeld is naar benzine.
LPG tankinhoudindicatie
Een indicatie van de tankinhoud, wordt weergegeven met behulp van vijf tank indicatie LED’s. Afhankelijk van het type tanksensor wordt de tankindicatie in 5 of 6 stappen weergegeven. Als de rode LED gaat branden zijn de laatste liters LPG die men nog kan gebruiken aangebroken. Dit betekent niet dat de tank leeg is, maar dat er afhankelijk van de in uw auto geplaatste grootte en vorm van de LPG tank nog enkele liters LPG aanwezig zijn. Door het meetprincipe van het systeem dat de tankinhoud meet, kan deze meting niet nauwkeuriger en blijft het een indicatieve tankinhoudsmeting. Ervaring moet uitwijzen hoelang u nog kunt rijden als de rode LED gaat branden.
Diagnose
Een diagnose/ systeem controle LED en pieper zijn geïntegreerd in de schakelaar voor diagnose doeleinden. De volgende foutmeldingen kunnen voorkomen:
1. Tank leeg
Brandstofstatus LED knippert 1x per seconde en pieper piept 3 keer (Laag niveau LED is aan)
Diagnose: Tank is leeg, systeem schakelt automatisch terug naar benzine.
Actie: Vul de tank (minimaal 40%), het systeem schakelt automatisch terug naar LPG.
2. Kritische fout
Diagnose / systeem check LED is aan (rood) en de pieper piept 1 keer per seconde, brandstofstatus LED knippert 1x per seconde
Diagnose: Een fout is opgetreden in het Direct LiquiMax systeem. Het systeem schakelt automatisch over naar benzine.
Actie: Raadpleeg uw Prins dealer.
3 Niet-kritische fout
Diagnose / systeem check LED knippert 1x per seconde (rood)
Diagnose: Een fout is opgetreden in het Direct LiquiMax systeem. Rijden op LPG is nog steeds mogelijk.
Actie: Raadpleeg uw Prins dealer.
4 Systeemlimiet bereikt
Diagnose / systeem check LED is aan (oranje) en de pieper piept 2 keer, brandstofstatus LED knippert 1x per seconde
Diagnose: De systeemtemperatuur heeft zijn maximale niveau bereikt. Rijden op LPG is niet meer mogelijk en het systeem schakelt automatisch terug naar benzine.
Actie: Tijdens deze rijcyclus blijft de auto op benzine rijden. Tijdens de volgende rijcyclus zal het systeem opnieuw de warmtebalans beoordelen en weer overschakelen naar LPG indien mogelijk.
5 Service-interval waarschuwing
Diagnose / systeem check LED knippert 1x per seconde (geel)
Diagnose: Het Direct LiquiMax systeem heeft een algemene onderhoudsbeurt nodig. Rijden op LPG is nog gewoon mogelijk.
Actie: Raadpleeg uw Prins dealer.
6 Boostpomp fout
Diagnose / systeem check LED is aan (rood) en de pieper piept, brandstofstatus LED knippert 1x per seconde, tankinhoudindicatie LED’s knipperen 1x per 2 seconden
Diagnose: De boostpomp presteert onvoldoende, omschakelen naar benzine is niet meer mogelijk!
Actie: Zorg ervoor dat u uw gastank niet leeg rijdt! Vul deze tijdig en ga zo snel mogelijk naar uw Prins dealer.
Het vullen van de LPG tank
Stap 1. Motor uitzetten!
Stap 2. De stofdop afnemen van de buitenvuller.
Stap 3. Er bestaan verschillende vullers. Welke vuller heeft u?
Bajonet vuller: vulpistool over buitenvuller plaatsen en een kwartslag naar rechts of links draaien. Vergrendelingshendel van het vulpistool geheel aantrekken.
ACME (Euro) vuller: moer van vulpistool op buitenvuller draaien. Vergrendelingshendel op vulpistool indrukken.
Schotel (Italië) vuller: vulpistool in buitenvuller plaatsen. Vergrendelingshendel op vulpistool indrukken.
Euro nozzle vuller: vulpistool in buitenvuller plaatsen. Vergrendelingshendel op vulpistool indrukken.
Stap 4. De knop van de LPG pomp indrukken. Als na een tijdje de pomp stopt is het maximum tankniveau van 80% tankvulling bereikt. Door de knop los te laten stopt het vullen.
Stap 5. Maak nu de vergrendelingshendel los (er kan wat LPG vrijkomen) en verwijder het vulpistool.
Stap 6. De stofdop terugplaatsen omdat er anders vuil, water, zand en stof in de vulopening en hierdoor in het systeem kan komen.
Let op: open vuur en roken is verboden tijdens het tanken. Ook dient de mobiele telefoon uitgeschakeld te worden.
We adviseren nadrukkelijk bij elke benzinetankvulling van ongeveer 30 liter benzine één flesje InjectorCare (200ml) toe te voegen in de benzinetank alvorens het vullen (ongeveer iedere 10.000 km). De handleiding van Prins InjectorCare kunt u hier downloaden.
Autogas heeft een lagere energiewaarde per volume-eenheid dan benzine. Hierdoor zal het brandstofverbruik tijdens het rijden op autogas afhankelijk van de samenstelling van het autogas 15-25% hoger zijn dan u gewend bent op benzine.
Direct Injectie motoren op LPG
Indien uw auto voorzien is van een DLM systeem dient u er rekening mee te houden dat er altijd een gering benzineverbruik is tijdens het rijden op LPG.
Demontage van componenten/systeem
Demonteer nooit componenten van het autogassysteem. Het systeem staat onder druk en bevat vloeibaar gas. Bij demontage loopt u het risico op brandwonden. Laat het systeem uitsluitend uitbouwen door een erkend Prins dealer.
Gaslekkage
Als u autogas ruikt schakel direct over op benzine en neem contact op met een erkende Prins dealer.
Brand
Verlaat de auto in geval van brand en houd voldoende afstand. De autogastank is voorzien van een veiligheidsklep die het LPG pulserend afblaast zodra de druk in de LPG tank te hoog wordt. Op deze manier is het onmogelijk dat de tank explodeert. Informeer de hulpverleners dat u een autogassysteem in de auto heeft.
Bij rijden op LPG is het onderhoud aan uw auto zeker zo belangrijk als bij het rijden op benzine. Omdat LPG als brandstof andere karaktereigenschappen heeft dan benzine, kunnen kleine gebreken of storingen aan een automotor, die bij het rijden op benzine nauwelijks merkbaar zijn, zich bij het rijden op LPG hinderlijk openbaren.
Om probleemloos op LPG te rijden, dient u zich aan de volgende onderhoudsvoorschriften en tips te houden:
• Houdt service en het onderhoud van uw VSI LPG-systeem bij op het hard-copy geleverde blad dat u direct na inbouw van het LPG-systeem heeft ontvangen van uw LPG-dealer.
• Het algemene onderhoud aan een auto met betrekking tot bougies, bougiekabels, ontsteking, kleppen, etc. dient volgens voorschrift van de automobielimporteur te gebeuren.
• Het onderhoud moet vervolgens aantoonbaar zijn (door middel van een volledig ingevuld onderhoudsschema) volgens opgave van de importeur.
• Het onderhoud moet bij een door de importeur aangewezen dealer worden uitgevoerd.
• Afstellingen en reparaties aan uw Prins VSI LPG-systeem mogen alleen door een erkend Prins dealer worden uitgevoerd.
Wij adviseren om iedere 25.000km of iedere twee jaar een onderhoudscheck te laten uitvoeren bij een officiële Prins LPG-installateur. De items van deze onderhoudscheck vindt u in de tabel hieronder:
Indien uw auto niet op LPG functioneert, volg dan onderstaande checklist.
• Is de LPG tank voldoende gevuld?
• Is voldoende benzine aanwezig t.b.v. het benzine startsysteem?
• Is er een zekering in het LPG systeem defect (altijd te vinden bij de LPG computer)?
Plaats nooit een grotere zekering dan aangegeven op de draad van de zekering, dit kan schade aan het systeem veroorzaken! Kunt u de storing niet oplossen, neem dan contact op met uw Prins dealer. Ga nooit zelf repareren of nastellen, maar laat dat door een erkend Prins dealer doen. Anders komt de garantie op uw Prins VSI LPG-systeem in gevaar.
Algemene richtlijn voor schadeherstelwerkzaamheden in een spuit/droogcabine
In geval van schadeherstelwerkzaamheden aan een auto, voorzien van een LPG tank, en de auto in een spuit/droogcabine wordt geplaatst met een droogtemperatuur hoger dan 60°C, dient de LPG tank te worden uitgebouwd. Dit in verband met het niet overschrijden van de openingsdruk van het overdruk-veiligheidsventiel.
Algemene richtlijn voor autodemontage van LPG-voertuig
In geval van autodemontage (sloop) van een voertuig, voorzien van een LPG systeem, dient men de LPG tank inclusief het leidingwerk in acht te nemen vanwege de nog mogelijk aanwezige druk in deze delen.
Ook dient de LPG tank gedemonteerd te zijn voordat het voertuig geplet wordt.
Algemene richtlijn voor extreme temperaturen
Extreme temperaturen in combinatie met de samenstelling van de brandstof kan de werking van het systeem beïnvloeden. Het is mogelijk dat het langere tijd in beslag neemt voordat het systeem omschakelt van benzine naar gas. In extreme situaties kan het mogelijk zijn dat het systeem terugschakelt naar benzine omdat niet aan de minimale eisen voldaan wordt voor het goed functioneren van het systeem.
LPG brandstofkwaliteit
De LPG brandstof dient aan de minimale DIN EN 589 norm te voldoen. Alle garantiebepalingen vervallen bij het gebruik van een andere brandstofkwaliteit.
Een gedeelte uit de Algemene Voorwaarden Prins Autogassystemen B.V. Deze algemene voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Eindhoven op 3 januari 2011 onder nummer 17058344.
Garantie
14.1 Prins staat er voor in dat de door Prins geleverde Producten van deugdelijk materiaal en goed vakmanschap zijn vervaardigd. Mochten zich niettemin gebreken voordoen in de door Prins geleverde Producten als gevolg van fabricage en/of materiaalfouten, dan zal Prins, na onderzoek overeenkomstig artikel 14.3, deze gebreken, binnen de door haar aan te geven termijn, (doen) herstellen of de voor herstel benodigde onderdelen beschikbaar (doen) stellen, de betrokken Producten geheel of gedeeltelijk vervangen of maximaal de factuurwaarde van de Producten vergoeden, een en ander te haren uitsluitende keuze. Deze garantie geldt gedurende vierentwintig (24) maanden na uitlevering.
14.2 Indien het geleverde Product een compleet autogassysteem behelst dan dient dit te zijn ingebouwd door Prins dan wel een door Prins erkende dealer, volgens de standaard inbouwvoorschriften, de wettelijke eisen en, in het geval dat het systeem online geregistreerd (garantieportaal) is binnen 30 dagen, bedraagt de in artikel 14.1 genoemde garantietermijn zesendertig (36) maanden bij het in gebruik nemen van het systeem, behoudens schriftelijke afwijkingen. In het geval dat geen online registratie (garantieportaal) is uitgevoerd, zal de garantietermijn van vierentwintig (24) maanden aanvangen op de datum van uitleveren.
14.3 Afnemer is verplicht om een door Prins aan te wijzen deskundige op verzoek van Prins in de gelegenheid te stellen het gebrekkige Product te onderzoeken, bij gebreke waarvan het recht op garantie vervalt. De uitspraak van de deskundige is voor beide partijen bindend. De kosten van voormelde expertise zijn voor rekening van Prins indien Afnemer terecht een beroep op de garantie heeft gedaan, anders voor rekening van Afnemer.
14.4 Aanspraken ingevolge deze garantie dienen aan Prins binnen acht dagen nadat een gebrek zich voordoet bij aangetekend schrijven te worden gemeld. Bij gebreke van tijdige reclame vervalt elke aanspraak. Rechtsvorderingen terzake, dienen binnen dertien (13) maanden na tijdige reclame op straffe van verval aanhangig te worden gemaakt.
14.5 Indien Prins op verzoek van Afnemer de Producten bij Afnemer dient te herstellen, is Prins bevoegd de gemaakte kosten, waaronder mede begrepen reiskosten, logies, voeding, aan Afnemer in rekening te brengen
14.6 Buiten de garantie vallen in ieder geval gebreken die optreden in, dan wel geheel of gedeeltelijk het gevolg zijn van:
(a) het niet in acht nemen van gebruiksaanwijzingen, bedieningsvoorschriften e.d. dan wel door ander dan het voorziene normale gebruik;
(b) normale slijtage;
(c) wijziging van gegevens op de garantiekaart;
(d) wijziging in gegevens op de van overheidswege vereiste stickers die door Prins zijn verstrekt;
(e) montage/installatie, reparatie of afstelling door derden, althans een niet door Prins erkende dealer c.q. Afnemer, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Prins;
(f ) de toepassing van enig overheidsvoorschrift inzake de aard of kwaliteit van toegepaste materialen;
(g) materialen die door Afnemer aan Prins ter bewerking of uitvoering van een opdracht zijn verstrekt, tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen;
(h) in overleg met Afnemer aangewende materialen en/of goederen;
(i) door Prins verstrekte adviezen, tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen;
(j) het verwerken door Afnemer van Producten, tenzij Prins een bepaalde wijze van verwerken uitdrukkelijk schriftelijk in haar documentatie brochures e.d. vermeldt dan wel zulks zonder enig voorbehoud schriftelijk heeft toegestaan;
(k) door invloeden van buitenaf, inbouwfouten;
(l) verkeerde of inferieure brandstof;
(m) het gebruik van een additief welke niet door Prins schriftelijk is goedgekeurd;
(n) aantoonbaar niet nakomen van het voorgehouden onderhoudsschema van autofabrikant, importeur en/of Prins.
14.7 Indien Afnemer niet, niet behoorlijk of niet tijdig voldoet aan enige verplichting, die voor hem uit de met Prins gesloten Overeenkomst of uit een daarmee samenhangende overeenkomst voortvloeit, is Prins met betrekking tot de Overeenkomst tot geen enkele garantie of schadevergoeding – hoe ook genaamd – gehouden.
14.8 Elke aanspraak uit hoofde van dit artikel komt te vervallen, indien Afnemer zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Prins overgaat of doet overgaan tot reparatie, demontage of andere werkzaamheden betreffende de Producten.
14.9 Indien Prins ter voldoening aan garantieverplichting onderdelen of Producten vervangt, worden de vervangen Producten of onderdelen haar eigendom. Prins is bevoegd de transportkosten van deze (onderdelen van de) Producten in rekening te brengen, tenzij Prins opdracht heeft gegeven voor het transport.
14.10 Tot enige andere verplichting, zoals schadevergoeding, onverminderd het bepaalde in artikel 15, zal Prins nimmer gehouden zijn.
Aansprakelijkheid
15.1 Prins is niet aansprakelijk voor de kosten, schaden en dergelijke die mochten ontstaan als direct of indirect gevolg van:
(a) overmacht, zoals in deze voorwaarden omschreven;
(b) daden van of het nalaten door de Afnemer, diens ondergeschikten, dan wel andere personen die door of vanwege hem te werk zijn gesteld;
(c) het van toepassing zijn van een van de in artikel 14.6 genoemde omstandigheden.
15.2 Prins is slechts aansprakelijk voorzover haar verzekering dit dekt, voor schade aan Producten of eigendommen van of (letsel)schade bij Afnemer en/of derden, voorzover ontstaan door opzet of grove schuld van Prins of zij, die door Prins te werk zijn gesteld, met als een maximum het door Prins verzekerde bedrag. Indien er in voorkomende gevallen geen verzekeringsdekking mocht blijken te bestaan, om welke reden dan ook, is de aansprakelijkheid
van Prins beperkt tot de factuurwaarde, exclusief BTW.
15.3 Prins is nimmer aansprakelijk voor enige indirecte schade van Afnemer of derde, waaronder mede begrepen gevolg-, immateriële, bedrijfs- of milieuschade.
15.4 Afnemer vrijwaart en stelt Prins schadeloos voor alle aanspraken van derden terzake de leveringen van Producten.